Mannenonderwerpen

Bij incontinentie is het niet mogelijk de plas op te houden en is er onvrijwillig urineverlies. Bij vrouwen vindt dat vaak plaats doordat de blaas wat zakt. Meestal begint het met urineverlies bij hoesten of lachen of sporten (wanneer de druk in de buik verhoogd wordt). Een heel hinderlijke vorm van incontinentie is urineverlies bij het vrijen, dat bij mannen niet zo vaak optreedt, doordat bij de seksuele opwinding waarbij een erectie ontstaat, de blaas uitgang vanzelf wordt dichtgedrukt. Het is dan ook vaak lastig om vlak na de zaadlozing te plassen, de blaasuitgang moet zich weer even ontspannen. Soms helpt het om de bekkenbodemfunctie te herstellen met bekkenbodemspieroefeningen eventueel met behulp van de bekkenbodemtherapeut.

Veel mannen hebben last van erectieproblemen, soms een enkele keer, maar vaak ook voor langere tijd. Het voorkomen van erectieproblemen is gebonden aan leeftijd, maar ook aan andere risicofactoren.

Risicofactoren

Relaties zijn aangetoond tussen verschillende aandoeningen (medische en niet-medische problemen) en erectieproblemen. Bij bepaalde aandoeningen en problemen komen erectieproblemen vaker voor dan gemiddeld onder de bevolking. Een belangrijke risicofactor is de leeftijd. Klik hieronder voor een overzicht van leeftijdsgebonden voorkomen van erectieproblemen.

Andere risicofactoren zijn psychische, sociale en lichamelijke factoren, en leefstijlfactoren. Klik hieronder voor een overzicht per genoemde risicofactor.

Vaak blijken mannen last te hebben van nadruppelen bij het plassen, wat het gevolg kan zijn van het onvoldoende tijd nemen om goed uit te plassen en de plasbuis van onderuit het perineum onvoldoende wordt uitgestreken, maar dat kan bij oudere mannen ook te maken hebben met een vergrote prostaat, die de plasbuis deels dichtdrukt, waardoor de plas vanuit de blaas onvoldoende naar buiten komt.

Vaak gaan klachten van nadruppelen dan ook gepaard met een verminderde kracht van de urinestraal en daarbij komt ook dat de plas soms even tijd nodig heeft om tevoorschijn te komen. De prostaat zit net onder de blaasuitgang om de plasbuis heen. Bij oudere mannen wordt de prostaat groter en kan daardoor de plasbuis dicht drukken.

Een vergrote prostaat hoeft niet altijd plasklachten te geven; er zijn ook wel mannen bij wie de prostaat is vergroot, maar bij plassen geen last hebben. De hinderlijke plasklachten kunnen worden behandeld met behulp van adviezen, in de zin van goed uitplassen, de tijd ervoor te nemen, zittend plassen en te leren wachten met plassen tot de blaas zich goed heeft gevuld met urine. Als die maatregelen niet helpen dan kunnen medicijnen worden voorgeschreven die de bekkenbodemspieren ontspannen en wat meer ruimte geven aan de plasbuis.

Tenslotte kunnen bij een sterk vergrote prostaat ook medicijnen worden gegeven die de prostaat weer wat doen slinken.

Op jonge leeftijd kan de prostaat problemen geven onder andere doordat er een ontsteking in kan ontstaan (prostatitis), soms door een soa, seksueel overdraagbare aandoening, vroeger geslachtsziekte geheten, maar ook door bacteriën die een blaasontsteking veroorzaken. Van een acute prostatitis kun je heel ziek zijn en die moet dan ook snel behandeld worden met een antibioticakuur.

Moet u op een dag, maar ook in de nacht vaak plassen, heeft u sterke aandrang en kunt u dan de plas niet ophouden, dan kunnen die klachten te maken hebben met een overactieve blaas. Bij een overactieve blaas is het controlemechanisme verloren gegaan. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en kan te maken hebben met een blaasontsteking. Vaak is het ook alleen de verstoring het controle mechanisme van de plas.

Behandeling bestaat uit blaastraining met het doel de spieren die de blaasuitgang beheersen weer op orde te krijgen. Als blaastraining (eventueel met hulp van een bekkenbodemtherapeut) onvoldoende helpt dan bestaan er medicijnen die de blaas weer wat meer tot rust kunnen brengen. Daardoor wordt het leven wat het plassen betreft, weer een stuk aangenamer. De mannenarts kan u daarbij helpen.

Pagina's