Plasklachten kunnen zich uiten in te trage plas, te weinig plassen, pijn bij het plassen en soms ook in incontinentieklachten, waarbij een persoon onvrijwillig urine verliest.

Te langzaam plassen komt bij oudere mannen heel vaak voor. De prostaat die om de plasbuis heen zit, vergroot zich en drukt de plasbuis dicht. De plasbuis kan zo dicht zitten dat er urine in de blaas achterblijft. Dat heet residu. Er mag wel wat urine in de blaas achterblijven na het plassen, maar niet te veel zodat er kans bestaat op retentie, dan kan er geen urine meer uit en raakt de blaas overvol, dat schade aan de blaaswand kan geven en ook nierschade kan opleveren.

Een retentieblaas moet worden geledigd, vaak is daar een eenmalige katheterisatie voor nodig. Bij katheterisatie wordt met een slang via de plasbuis de blaas bereikt waardoor de urine kan aflopen. De meeste mannen hebben wel plasklachten maar gelukkig geen retentie. Bij toenemende plasklachten is het van belang contact op te nemen met de arts.