1. Persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid mogen worden verwerkt, indien de verwerking geschiedt door:
a. hulpverleners, instellingen of voorzieningen voor gezondheidszorg of maatschappelijke dienstverlening voor zover dat noodzakelijk is met het oog op een goede behandeling of verzorging van de betrokkene; dan wel met het oog op het beheer van de organisatie van de verantwoordelijke;
b. verzekeraars voor zover dat noodzakelijk is voor de beoordeling van het door de verzekeringsinstelling te verzekeren risico met uitsluiting van lid 3 en de betrokkene geen bezwaar heeft gemaakt, dan wel voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst.
2. De persoonsgegevens worden alleen verstrekt aan personen die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel krachtens een overeenkomst tot geheimhouding zijn verplicht.
3. Onverminderd eventuele wettelijke voorschriften ter zake hebben slechts toegang tot de gegevensverwerking de beroepsbeoefenaar die deze gegevens heeft verzameld of diens waarnemer. Voorts hebben toegang tot de gegevensverwerking de verantwoordelijke en de bewerker van de persoonsgegevens voor zover dat met het oog op een goede behandeling of verzorging dan wel het beheer noodzakelijk is.
4. Persoonsgegevens betreffende erfelijke eigenschappen mogen alleen worden verwerkt voor zover deze gegevens uitsluitend betrekking hebben op de betrokkene die deze gegevens heeft verstrekt, tenzij:
a. een zwaarwegend geneeskundig belang prevaleert of
b. de verwerking is noodzakelijk ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek. In dit geval is lid 7a en lid 8 van dit artikel van toepassing.
5. Indien persoonsgegevens zodanig zijn geanonimiseerd dat zij redelijkerwijs niet herleidbaar zijn, kan de verantwoordelijke besluiten deze te verstrekken ten behoeve van doeleinden die verenigbaar zijn met het doel van de gegevensverwerking.
6. Persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid en seksuele leven mogen uitsluitend worden verstrekt voor zover dit noodzakelijk is in aanvulling op de verstrekking van persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
7. Persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid mogen worden verwerkt indien:
a. dit geschiedt met uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene;
b. de gegevens door de betrokkene duidelijk openbaar zijn gemaakt;
c. dit noodzakelijk is voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte;
d. dit noodzakelijk is ter voldoening aan een volkenrechtelijke verplichting of
e. dit noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang.
8. Persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid mogen worden verwerkt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek, indien:
a. het onderzoek een algemeen belang dient;
b. de verwerking voor het betreffende onderzoek of de betreffende statistiek noodzakelijk is;
c. het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kosten;
d. bij de uitvoering is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad.